Een strafbeschikking is een brief van de officier van justitie. De officier van justitie schrijft daarin dat je een straf krijgt, terwijl er geen zitting is geweest.
Deze straf kan een geldboete zijn, maar ook een taakstraf. Je hebt daarna twee weken de tijd om de officier van justitie te laten weten dat je het niet eens bent met de strafbeschikking. Dit doe je schriftelijk. Dit noem je verzet aantekenen. Een strafbeschikking staat op je strafblad, de justitiƫle documentatie. Het is ook voor een strafbeschikking goed om met een advocaat te overleggen of het verstandig is om verzet aan te tekenen. De advocaat kan het dossier opvragen bij het Openbaar Ministerie. De advocaat kan dan kijken of er wel bewijs is voor het feit waarvoor je de straf hebt gekregen. Dat is niet altijd zo. Na het verzet komt de zaak alsnog voor de rechter.